De menselijke evolutie wordt voortgezet door het ontstaan van nieuwe genen in het DNA die spontaan zijn ontstaan. Deze nieuwe genen in het DNA kunnen bijdragen aan de aanpassing van de mens aan zijn omgeving en aan het overleven van de soort. Het proces van evolutie is een continu proces dat zich over lange tijdsperioden afspeelt en dat zorgt voor veranderingen in de kenmerken en eigenschappen van soorten.
Het is belangrijk om te onthouden dat evolutie op zichzelf staand geen doel heeft en dat het ook geen proces is dat gericht is op het verbeteren van soorten. Het is een natuurlijk proces dat zich voordoet als reactie op de omgeving en de druk die op soorten wordt uitgeoefend om te overleven en zich voort te planten.
Mens evolueert door het ontstaan van nieuwe genen in DNA.
De mens en de chimpansee splitsten zich ongeveer 7 miljoen jaar geleden af van elkaar, maar blijven beide evolueren. Nieuwe genen kunnen ontstaan door duplicatie van genetisch materiaal of door het spontaan ontstaan van nieuwe genen in het DNA. Genetische duplicatie veroorzaakt veranderingen in het genoom en is een belangrijke factor in de evolutie.
Biomedische wetenschappers uit Griekenland en Ierland hebben 155 nieuwe genen geïdentificeerd
Wetenschappers hebben 155 nieuwe genen geïdentificeerd in het menselijke genoom die oorspronkelijk uit het niets lijken te zijn ontstaan. Sommige van deze genen zijn oud en stammen uit een tijd toen zoogdieren nog niet zo lang op aarde rondliepen, terwijl andere mogelijk gerelateerd zijn aan menselijke ziekten. De onderzoekers begonnen het project in 2017 vanwege hun interesse in hoe nieuwe genen evolueren en moesten het uitstellen, maar konden vervolgens verder gaan met hun studie na het publiceren van nieuwe gegevens in een andere studie.
Het onderzoeksteam maakte gebruik van een eerder gepubliceerde dataset
Het onderzoeksteam maakte gebruik van een dataset van nieuwe genen om een voorouderlijk overzicht te maken van het menselijke DNA vergeleken met dat van andere gewervelde diersoorten. Ze ontdekten dat 155 “nieuwe” genen ooit spontaan zijn ontstaan uit specifieke kleine DNA-fragmenten. De onderzoekers wilden meer weten over deze interessante ontdekking en het was fascinerend om een volledig nieuw onderwerp te onderzoeken. Het was echter moeilijk om te bepalen in hoeverre de onderzochte genen en genoom sequenties biologisch betekenisvol zijn.
De nieuwe genen in het DNA die een rol spelen bij specifieke ziekten
Van de 155 nieuwe genen zijn 44 gelinkt aan problemen met celgroei en lijken een belangrijke rol te spelen in het behoud van een gezond celleven. Aangezien het om menselijke genen gaat, is het moeilijk om directe testen uit te voeren om te bepalen wat voor effect deze genen op het menselijk lichaam kunnen hebben. Daarom richtten Vakirlis en zijn team zich op patronen in het DNA die kunnen aangeven of deze genen een rol spelen bij specifieke ziekten.
Drie van de 155 nieuwe genen bleken DNA-markers te hebben die gelinkt zijn aan erfelijke ziekten zoals spierdystrofie, retinitis pigmentosa en het Alazami-syndroom. Daarnaast vond het onderzoeksteam ook een nieuw gen dat gekoppeld is aan de ontwikkeling van menselijk hartweefsel. Dit gen ontstond direct na de splitsing tussen mens en chimpansee van de gorilla en laat zien hoe snel een gen kan evolueren om essentieel te worden voor het functioneren van een organisme.
Interessante toekomstige studies over nieuwe genen in het DNA
Het zou interessant zijn om in toekomstige studies dieper in te gaan op deze microgenen en beter te begrijpen wat ze kunnen doen en of ze direct betrokken kunnen zijn bij welke ziekte dan ook, volgens Vakirlis. McLysaght benadrukt dat het verleidelijk is om deze genen te negeren vanwege hun moeilijkheid om te bestuderen, maar dat het steeds duidelijker wordt dat de wetenschap deze fascinerende stukjes erfelijk materiaal niet mag negeren. Als onze aannames kloppen en we kunnen voortborduren op de conclusies uit deze studie, zijn er nog veel meer relevante zaken verborgen in het menselijk genoom die wachten om ontdekt te worden.
Bron:
